Deventer- De gemeente krijgt vanaf volgend jaar minder geld van het Rijk voor huishoudelijke hulp. Wie nu huishoudelijke hulp heeft, houdt die in elk geval tot eind 2016. Nieuwe aanvragers krijgen een keukentafelgesprek om te zien welke hulp nodig is. Wie die hulp zelf kan betalen, betaalt het ook zelf. Voor mensen met een laag inkomen komt er een dienstencheque.

Dat stelt het college voor aan de gemeenteraad, na intensief overleg met de aanbieders van huishoudelijk hulp, Wmo adviesraad en de gemeenteraad.

Wie nu huishoudelijke hulp heeft, krijgt die ook nog in 2015 en 2016. Het gaat om ongeveer 2.000 mensen.

Schoon en tevreden

Hoeveel uur zorg nodig is, laat de gemeente over aan de aanbieders. Dat kan per cliënt verschillen. Met de aanbieders worden wel resultaatafspraken gemaakt; het huis moet schoon zijn en de cliënt tevreden.

Nieuwe aanvragers

Wie na 1 januari 2015 hulp in de huishouding nodig heeft krijgt een keukentafelgesprek, om te kijken welke hulp noodzakelijk is. Daarbij wordt ook goed gekeken naar wat iemand zelf kan doen en of iemand in zijn of haar omgeving daarin kan bijdragen.

Dienstencheque

Wie zorg nodig heeft, betaalt die zelf. Wie een laag inkomen heeft (minder dan 120% van de bijstand), kan een bijdrage in de kosten krijgen in de vorm van een dienstencheque. De cliënt betaalt wel altijd een eigen bijdrage.

Werkgelegenheid

Door het voorlopig handhaven van de zorg aan huidige cliënten en door de invoering van de dienstencheque, blijft meer werkgelegenheid bij de zorgaanbieders dan aanvankelijk gedacht.

Tijdelijke Rijksbijdrage

Door de “tijdelijke Rijksbijdrage” huishoudelijke hulp, hoeft de gemeente in 2015 en 2016 minder te bezuinigen. Daardoor konden er andere afspraken worden gemaakt met de aanbieders van huishoudelijk hulp.