Deventer – Sober, zelfstandig, overzichtelijk en bescheiden. Het zijn woorden die tijdens het gesprek terugkeren. Het Deventer Ziekenhuis schreeuwt het niet van de daken, maar doet het ondertussen goed. Een gesprek met Gita Gallé (voorzitter raad van bestuur) en Annemarie Weis (voorzitter stafbestuur en gynaecoloog) over de veranderende zorg, de behoefte om samen te werken en de voordelen van kleinschaligheid.

Het Deventer Ziekenhuis staat volgens een rapportage van accountantsbureau BDO in de top van financieel gezonde ziekenhuizen. Wat is jullie geheim?
Gita Gallé: “Door de jaren heen is er een deugdelijk financieel beleid gevoerd. Er is altijd gekeken of de geplande uitgaven op de korte en lange termijn verantwoord zijn. We hebben hier een sobere inslag. Wat ook meehelpt is dat we hier al vijftien jaar één geharmoniseerde stafmaatschap hebben. Mijn analyse is dat artsen hierdoor meer werken voor het collectief. Er heerst het besef dat alles uit één portemonnee moet komen. Artsen voelen zich verantwoordelijk voor het financiële belang van het ziekenhuis.”
Annemarie Weis: “Die zuinigheid biedt ook ruimte om innovatieve stappen te zetten. We gaan bijvoorbeeld investeren in een hybride OK, waar we volgens de nieuwste inzichten kunnen werken.”

Ziekenhuis verplaatste zorg

Volgens datzelfde BDO-rapport hebben vooral kleinere ziekenhuizen het moeilijk. Dat zou met name komen door een krimp in de zorgmarkt. Zo gaat een steeds groter deel van de ziekenhuiszorg naar huisartsen, die veel taken goedkoper kunnen uitvoeren. Merken jullie iets van die krimp?
Gita Gallé: “Die krimp is moeilijk te analyseren. Kijken we vooral naar de patiënten aantallen, of naar de euro’s? Het DOT-systeem maakt het lastig analyseren. Zeker is dat er geen sprake meer is van groei. Wij passen in het landelijke beeld.”
Annemarie Weis: “ De huisartsen in deze regio zijn heel goed georganiseerd. Wij willen de 1,5 lijnszorg nadrukkelijk met de huisartsen verzorgen. We hopen dat we de zorgverzekeraars daarin meekrijgen.”
Gita: “Meer zorg thuis ondersteunen we van harte. We geloven erg in ziekenhuis verplaatste zorg. Het geeft de patiënt meer bewegingsvrijheid.”
Annemarie: “We zetten in op e-health, zoals thuismonitoring. Zodat de patiënt zoveel mogelijk zelf de regie kan houden.Op dit moment hebben we bijvoorbeeld een pilot met vrouwen die in verwachting zijn van een kindje dat niet goed groeit. Dagelijks wordt de baby digitaal gemonitord. Dat gebeurt via een beveiligde verbinding met de gynaecoloog. Die beoordeelt de gegevens. Zo hoeven deze vrouwen minder vaak naar het ziekenhuis en halen we de druk van het spreekuur af.”

Zorgverzekeraars

Ziekenhuizen staan onder druk doordat zorgverzekeraars selectief gaan contracteren. Om goed te zijn in een bepaalde behandeling, moet je er veel van doen. Dat lukt niet alle ziekenhuizen en dus verliezen ze contracten. Wat zijn jullie ervaringen hiermee?
Gita Gallé: “Van selectief contracteren heeft iedereen last. Wij zijn nog niet ergens niet op gecontracteerd. Maar bepaalde zorg doen we niet meer. Bijvoorbeeld de slokdarmbehandelingen. Om die reden hebben we samenwerking gezocht met de Gelre Ziekenhuizen. Op die manier kun je ervoor zorgen dat een ziekenhuis wel zijn volume houdt, en de zorg in de regio kan blijven aanbieden. Je kunt niet alles meer doen. Zorg is in toenemende mate werken in een netwerk. Met buurziekenhuizen, met huisartsen, academische ziekenhuizen. Het kristalliseert zich steeds meer uit.”

Samenwerken of fuseren

Het basisziekenhuis dat alles doet, is niet meer van deze tijd. Mee eens?
Annemarie Weis: “We moeten heel goed nadenken over wat we wel en niet doen. Je zult door de toenemende vraag naar kwaliteit en specialisatie keuzes moeten maken. Tachtig procent van de zorg die wij leveren is brede basiszorg en twintig procent specialistische zorg. Het liefst willen we samenwerken met ziekenhuizen in de regio, zodat patiënten niet zover hoeven reizen.”
Gita Gallé: “Je kunt kiezen: of je stoot de slokdarmoperaties helemaal af, of je regelt het met de buren. We moeten herorganiseren om kwaliteit te kunnen blijven bieden.”

Samenwerken, maar geen plannen om te fuseren, zoals veel andere ziekenhuizen doen?
Gita Gallé: “Een jaar of twee geleden is er een verkenning geweest voor een fusie met Gelre Ziekenhuizen. Het besluit is genomen om niet te fuseren. De meerwaarde weegt niet op tegen de nadelen, zoals het samenbrengen van twee verschillende culturen. Samenwerking bleek effectiever. We hebben ervoor gekozen als zelfstandige organisatie verder te gaan, maar nadrukkelijk wel samen met anderen. “
Annemarie Weis: “Geen fusie. Maar wat dan? Wat willen we voor ziekenhuis zijn? Als antwoord daarop hebben we een strategie voor de komende jaren ontwikkeld. We willen de zorg opnieuw inrichten zodat we blijven aansluiten bij de behoeften van de patiënt. Van hieruit zijn kernthema’s als acute, chronische, oncologische, vasculaire en resultaatzorg gedefinieerd. Los daarvan zijn ook onderwijs en wetenschap essentieel. Die geven het ziekenhuis een bepaalde uitstraling. Dat past bij onze ambitie. In een kleinschalig ziekenhuis kun je echt een opleiding op maat bieden. Dat is een voordeel.”
Gita: “Een schaal als in dit ziekenhuis is goed voor de onderlinge verhoudingen. Mensen kennen elkaar. Kijken even mee met elkaar als dat nodig is. Dat ontstijgt de protocollen en de richtlijnen. Ook het gebouw werkt mee. Het is compact. Je ontmoet elkaar.”
Annemarie Weis: “De medische staf bestaat uit 150 mensen. Iedereen kent elkaar. Dat komt de zorg ten goede.”

Bron: Zorg en ziekenhuiskrant