Deventer – Vandaag tekent het Deventer ziekenhuis een overeenkomst met de McMaster University voor een onderzoek naar de behandeling van een gebroken heup. Het gaat om één van de grootste internationale orthopedische onderzoeken ooit, en het DZ coördineert het Nederlandse deel.
Jaarlijks breken zo’n 18.000 Nederlanders de heup. Zo’n breuk kan worden behandeld door het vastzetten van de heupkop aan het dijbeen, of het vervangen van de heupkop. Dat is afhankelijk van de breuk. Bij een vervanging is het momenteel onbekend of een gedeeltelijke of totale heupprothese beter is voor de patiënt. En volgens orthopeed IJdo Kleinlugtenbelt gaat het daarbij niet alleen het medisch technische resultaat. “Vooral de kwaliteit van leven van de patiënt staat bij ons voorop”, zegt hij. “Welke mobiliteit heeft de patiënt nog bij de ene versus de andere behandeling?”
Vooraanstaand
Aan het onderzoek van de Canadese universiteit doen 1434 mensen uit meer dan 50 ziekenhuizen in Noord Amerika, Europa, Australië en (mogelijk) Azië mee. Het is daarmee 1 van de grootste wetenschappelijke orthopedische onderzoeken ter wereld. Het onderzoek wordt geleid door het team van Mohit Bhandari, de meest vooraanstaande professor op het gebied van onderzoek in trauma/orthopedie.
Kleinlugtenbelt werkte in Canada nauw samen met professor Bhandari. Die vertrouwde hem het Nederlandse deel van het onderzoek toe, toen hij besloot zijn carrière in Deventer voort te zetten.
Het Deventer Ziekenhuis wordt voor het onderzoek het Method centre in Nederland. Dat betekent dat zij ook de onderzoeken die in Zwolle, Zutphen en Amsterdam worden uitgevoerd coördineert.