Een gigantische menige is jaarlijks te porren voor het Deventer Stadsfestival. Uitstekende verkoopcijfers en een snelle ontwikkeling van het festival bewijzen dat het Deventer Stadsfestival ‘schwung’ en vrolijkheid geeft aan onze Hanzestad waar voorheen vooral hoogstaande culturele evenementen voor dito publiek plaats hadden.

Een festival dus. In een van de mooiste steden van het land. En dan ook nog eens in een schitterend park. Uitstekende muziek met totaal uiteenlopende stijlen. Theater voor kinderen. Vermaak. Dans. Loungehoeken. Heerlijk eten. Lekkere drankjes. En zelfs een kapper en een mini-reuzenrad.

Jongeren, ouderen, complete gezinnen; echt allemaal verschillende mensen die in deze gouden formule van zeer hoog niveau een superdag beleven. Dat is een groot chapeau voor de organisatoren, medewerkers en vele vrijwilligers.

Afgelopen weekend was het (eindelijk) weer zover. We konden onze dansschoenen weer in beweging brengen. Maar dit jaar dan wel op het zeer goed geoutilleerde evenemententerrein van de gemeente Deventer.

Dat ‘goed geoutilleerde’ houdt dan in dat het terrein deels bestraat en volledig gedraineerd is. Maar verder is het dus een ‘evenemententerrein’. Dat wil zeggen; een terrein van een paar hectare groot op een plek waar niemand wil wonen en waar niemand elkaar tot last kan zijn.

Dan terug naar de naam van het festival: Het Deventer Stadsfestival. En weet u waar dat was? Inderdaad, buiten de stad. Op een bedompt en sfeerloos terrein met liefst één rij heel lelijke bomen.

Als je als beleidsmaker dit ‘take it or leave it’ voorstel doet aan een organisatie die goud in handen had met dit festival, dan heb je naar mijn idee weinig begrepen van doelgroepenbeleid of eventmanagement.

Alsof je de Zwarte Cross gaat organiseren op het ArenA-dek. Volstrekt kansloos dus.

Uiteraard geeft een festival in een prachtig plantsoen in het midden van de stad veel uitdagingen. Maar het geeft ook een ziel aan de stad.

De boekenmarkt liep de eerste 5 edities vast niet zo gesmeerd als dat het nu gaat. En al die pendelbussen waren er vast ook niet bij de 1e editie van het Dickens Festijn. Natuurlijk ervaren de bewoners van de statige huizen tegenover het plantsoen overlast, maar de vraag andersom stellen is hem beantwoorden. Want zullen de mensen die gezellig een kroegavondje plannen tijdens Deventer op Stelten erg blij worden wanneer ‘hun’ kroeg is overgenomen door toeristen?

Nee! Natuurlijk niet.

Maar in een stad moeten we het samen doen. En juist daar hebben de autoriteiten de plank volledig mis geslagen. Een festival is de kans bij uitstek om in contact te treden met een grote diversiteit aan mensen. Mensen die als grote gemene deler hebben dat ze allen de ruimte, natuur en planeet een warm hart toedragen.

Dat er dingen beter moesten na de vorige editie zal niemand ontkennen. Maar doe het dan samen! Samen met al die verschillende mensen die op een festival afkomen. Betrek jongerengroepen bij de schoonmaak van het park. Werk ideeën uit met creatieveling van de Jan des Bouvrie academie. Laat politieke partijen een plek innemen op het festival om uitleg te geven over hun beleid. Werk met Deventer ondernemingen aan biologisch afbreekbare bekers. Gebruik de urine van het festival weer als biobrandstof. Betrek vereniging bij de organisatie in ruil voor een bijdrage in hun wensen. En ga zo maar door.

Maar beste Gemeente Deventer; de oplossing kan toch nooit zijn om een festival dood maken door het te verplaatsen naar een bedompte locatie? Of vinden Deventer op Stelten en de boekenmarkt volgend jaar ook op deze goed geoutilleerde evenementenlocatie plaats omdat het zo lekker praktisch is?

Stefan Hazelhekke