Deventer – De gemeente hield het afgelopen jaar een proef met zogenoemde keukentafelgesprekken. Uit de evaluatie van het project blijkt dat er een lichte daling is van het aantal aangevraagde voorzieningen voor Wmo, schuldhulpverlening en minima in het proefgebied. In de rest van Deventer nam het aantal aanvragen ook af, maar in mindere mate.

De evaluatie wordt ter informatie voorgelegd aan de raad. Burgemeester en wethouders stellen voor om de keukentafelgesprekken overal in Deventer in te voeren en deze ervaringen mee te nemen in de ontwikkeling van de sociale teams in de wijken.

Proef van een jaar

De proef met de keukentafelgesprekken ging in juni 2013 van start in Borgele – Platvoet en werd in november 2013 uitgebreid naar het Oranjekwartier in Keizerslanden. Het project is opgezet en uitgevoerd door professionals van Vriendendiensten Deventer, MEE IJsseloevers, Raster Welzijn en de gemeente.

Keukentafelgesprekken

Persoonlijk

Tijdens de keukentafelgesprekken worden Wmo-aanvragen en aanvragen om schuldhulpverlening en minimabeleid besproken in een-op-een gesprekken. Wethouder Jan Jaap Kolkman: ”Door het persoonlijke gesprek is er ruimte voor verheldering en dat zorgt ervoor dat we de ondersteuning op maat kunnen bieden. Mensen hebben daardoor minder zorg nodig, en tegelijkertijd zijn zij tevreden over de dienstverlening.”

Maatwerk

Dankzij het goede resultaat wil het college de keukentafelgesprekken uitbreiden over de hele gemeente. Kolkman: “In de meeste gevallen blijkt dit doeltreffend. Maar ook het keukentafelgesprek is niet zaligmakend, in sommige gevallen is de ‘traditionele’ werkwijze ook doeltreffend. Zo is de toegevoegde waarde van een keukentafelgesprek over huishoudelijke hulp met inwoners van 80 jaar of ouder niet groot. Het blijft dus altijd maatwerk.”

Nieuwe werkwijze sociale domein

De proef met het keukentafelgesprek past in het gemeentelijk beleidsproject Naar de bron van het sociale domein. Dat heeft als doel een nieuwe werkwijze te ontwikkelen voor het sociale domein (jeugd, werk en meedoen) die is gericht op contact, vraagverheldering en het stimuleren van zelfredzaamheid. Dat zorgt voor een andere organisatie, waarin de gemeente beleidsregisseur is en de partners de regie voeren over de uitvoering.