Deventer- Kiezen artsen te snel voor het knippen van de keel- en/of neusamandelen? Die vraag keert steeds terug in de discussie over amandelverwijdering bij jonge kinderen. De KNO-artsen in het Deventer Ziekenhuis kozen daarom voor een originele invalshoek tijdens een onderzoek: vinden de (ouders van) patiënten zelf dat het verwijderen helpt?
In het onderzoek vroegen de Deventer KNO-artsen aan de ouders in hoeverre de klachten na een keel-/neusamandelverwijdering afnemen en of ze tevreden zijn over de ingreep. Zo wilden zij bepalen of het oordeel van de ouders meer duidelijkheid geeft over het wel/niet knippen dan de medische literatuur en de richtlijnen.
Klachten nemen af
Coassistent Max Heijting en KNO-arts Tjipco van der Laan stuurden een vragenlijst naar 628 patiënten die in het DZ werden geholpen. Ruim de helft vulde die lijst in en gaf aan in hoeverre 8 amandelengerelateerde klachten na de operatie waren verdwenen (o.a. koorts, keelpijn, neusverstopping, snotterig, snurken).
Het overgrote deel ziet die klachten inderdaad sterk afnemen of verdwijnen. Men is bovendien positief over de behandeling. Achteraf zou zelfs 96.6% van de ouders de operatie opnieuw laten uitvoeren. De indicaties die de KNO-artsen van het Deventer Ziekenhuis nu gebruiken, leveren dus een hoge oudertevredenheid op.
Beslissing tot operatie
Opmerkelijk is dat kinderen eigenlijk nooit 1 klacht blijken te hebben, maar gemiddeld zelfs 5. Daardoor is het lastig voor elke klacht apart te vast te leggen wanneer er geopereerd moet worden. Dat gebeurt in de landelijke richtlijnen deels nog wel. Als aanvulling op deze richtlijn adviseren de onderzoekers daarom dat de beslissing tot een operatie mede moet worden genomen op basis van de hinder die alle klachten samen veroorzaken.